Wat doe je als een kind telkens uit zijn bed komt, omdat hij zin heeft om je uit te proberen?
Wat doe je als een kind ’s morgens om kwart voor 6 aan je bed staat en niet terug wil naar bed?
Wat doe je als een kind zijn bed onderkrijt met een vetkrijtje?
Wat doe je als ’s ochtends om 6u een kind een ander kind slaat, omdat het niet stil is?
Wat doe je als je na twee keer waarschuwen wéér uit je bed moet komen, omdat het een herrie is en de kinderen gewoon stil moeten zijn tot 8u?
Oftewel: Hoe kun je zonder inlandse werkers???
Want dat is een feit: Voor de inlandse moeders hebben de kinderen ontzag. Ik heb ontzettend veel respect voor ze; hoe ze het hele kindergebeuren hier organiseren! Omdat één inlandse moeder twee weken vrij heeft en de andere inlandse moeder haar vrije dag + nacht, sliep ik vannacht op één van de twee units. En dat wisten de kinderen goed! Ze hadden drommels goed in de gaten dat er geen inlandse moeders aanwezig waren en dat ze dus een stapje verder konden gaan. Hoe goed wij ook ons best doen als vrijwilligsters en hoe streng we ook zijn, zoveel gezag als de inlandse moeders zullen we nooit krijgen. Een slechte nacht hoort er dan een beetje bij… Vanavond hadden we het er als vrijwilligsters nog over hoe een groot verschil er is in cultuur. Wij als westerlingen zijn heel erg op het gevoel gericht. Praten is bij ons een belangrijk iets. In de zwarte cultuur is het praten echter niet aan de orde, daar wordt gewoon geslagen als een kind niet luistert. Kleurlingen voeden hun kinderen keihard op. Luister je niet? Dan zul je de gevolgen moeten ondervinden! We merken als vrijwilligsters heel goed dat we niet zonder de inlandse vrouwen kunnen. Zij kennen de cultuur en weten hoe ze de kinderen moeten aanpakken. Ik moet erkennen dat ik al heb toegegeven aan het feit dat ik hier nooit het volle gezag kan krijgen, wat ik in Nederland van een klas kinderen zou kunnen krijgen.
Op dit moment is het in het Goeie Hoop huis behoorlijk aanpoten. Een veldwerker en een inlandse werker hebben namelijk twee weken vakantie. Hun taken moeten dus overgenomen worden. Sinds afgelopen maandag heb ik – samen met een andere vrijwilligster – de ‘juf-taken’ overgenomen voor twee weken. Het is erg leuk om op je eigen vakgebied iets te kunnen doen. Ik doe nu op maandag, dinsdag en donderdag Grade R met drie kinderen. Dit is een soort voorschoolse educatie. Kinderen gaan hier pas naar school als ze zes jaar zijn. Ze komen dan in Grade 1. We doen Grade R om de kinderen voor te bereiden op het leren. Zo leren we ze stilzitten (en dat is bést moeilijk!), om de beurt praten en naar elkaar luisteren. Daarnaast leren ze basisdingen, zoals de kleuren, vormen, dagen van de week, letters en ‘lewensvaardigheid’. Bij lewensvaardigheid wordt bijvoorbeeld het verschil tussen ‘seunsklere’ en ‘dogtersklere’ geleerd. Dit mocht ik afgelopen maandag en dinsdag doen. Na Grade R was ik wel behoorlijk uitgeput. Het is niet zo makkelijk om deze kinderen bij de les te houden en ze echt iets aan te leren. Aan deze drie kinderen heb je net zoveel je handen vol als aan een hele kleuterklas in Nederland! Ook het Afrikaans kan ik niet goed genoeg om dat de hele tijd te spreken. Misschien dat ik het nog eens kan leren… Dinsdag heb ik de letters b, t en s aangeboden door op een papiertje de letter over te trekken met verschillende kleurtjes en daarna de letter met klei te leggen. Erg leuk om te zien hoe verschillend deze drie kinderen zijn. De één is heel leergierig en wil alles in zich opnemen wat je zegt, de ander is wat dromerig en dwaalt nogal eens af en de derde heeft er eigenlijk niet zoveel zin in. Op de middagen doe ik met een aantal kinderen huiswerk. Sommetjes maken, Zuid-Afrikaans lezen en Engels lezen. Ik probeer de woorden in het Afrikaans uit te spreken, maar ik word nog weleens uitgelachen;).
Grade R: Letters kleien |
Verder zijn we vorige week zaterdag een dagje naar Kaapstad geweest. We gingen daarheen met de trein. Daar hadden we bewust voor gekozen. Zo konden we eens de sfeer proeven onder de kleurlingen. Blanke mensen gaan hier namelijk niet of nauwelijks met de trein. Het is een hele belevenis om in zo’n trein te rijden. Op zaterdag gaan veel mensen boodschappen doen met de trein en er wordt dan ook van alles meegenomen in de trein. Soms dacht ik: als we nu bij een volgend station komen, kan er echt niks meer in. Maar elke keer werd ik weer een stukje naar achteren geduwd en natuurlijk paste alles er in. En als het te warm is doe je toch gewoon de deuren niet dicht? Dan ga je er gewoon tussen staan en leun je naar buiten. In Nederland gaat een trein niet rijden als de deuren open zijn, maar dat is hier absoluut geen probleem. In Kaapstad zelf zijn we maar even geweest. Even over de Greenmarket gelopen en toen weer terug gegaan. De Greenmarket is een echte ‘afdingmarkt’ waar kleurlingen hun spulletjes verkopen. In elk tentje zie je ongeveer hetzelfde: kettingen, ringen, tassen, geschilderde doeken en houten beeldjes. In elk tentje wordt ook ongeveer hetzelfde tegen je gezegd: Where are you from? en We have a very special price for you! Jaja, dat weten we!
Ook zie je op of rond deze markt kinderen dansen. Zij verdienen op hun vrije dag iets bij. Zeer waarschijnlijk niet voor zichzelf, maar voor hun ouders. Er hangt een heel ontspannen sfeer en het is gezellig om er rond te lopen.
Dansen op de markt |
Wil je met me dansen? ... Nou, nee! |
Liefs!
Mammie Stella (Inlandse werker waar ik véél respect voor heb) |
Verkleden voor het afscheid van een auntie |
Ik ben zó blij met mijn roze inpakpapiertje! |